Medium
40 min
15 + 20 min
Voor 4 personen
- 600 g of 4 kabeljauwfilets
- 1 ui
- 1 wortel
- een paar takjes peterselie
- 1 bouquet garni (tijm, laurier, prei)
- 1 l droge witte wijn of Normandische cider
- 4 fijngehakte sjalotten
- 400 g champignons
- 150 g boter
- 1 glas Benedictijnse likeur
Voorbereiding
- In een pan, kook de kabeljauw in water en witte wijn, met wortel, gehakte ui, sjalot, bouquet garni en peper.
- Kook de kabeljauw 15 minuten, schep regelmatig af.
- In een beboterde braadslede schik je de uitgelekte stukken en besprenkel je ze met 50 g gesmolten boter, bedek je ze met bakpapier en bak je ze 15 tot 20 minuten in een gemiddelde oven.
- Voeg het kookvocht en de benedictine toe aan de korte bouillon, laat ze tot de helft inkoken, breng ze aan de kook en zet ze vervolgens op een laag vuur.
- Samen met de resterende boter (in blokjes) opkloppen.
- Schik om te serveren de gesauteerde citroenchampignons in reepjes, daarna de kabeljauw, bedek met de saus en bestrooi met gehakte peterselie.
Goede eetlust!